Inleiding en wettelijk kader
Lokale heffingen hebben tot doel dat de gemeente door het verwerven van eigen middelen dekking vindt voor haar uitgaven in het kader van de uitvoering van de gemeentelijke taken. De invoering, wijziging of intrekking van lokale heffingen gebeurt door middel van een door de gemeenteraad vast te stellen verordening. De belastingverordeningen voor 2021 kunnen worden vastgesteld na het vaststellen van de begroting.
De lokale heffingen kunnen worden ingedeeld in algemene belastingen, bestemmingsbelastingen of retributies.
De algemene belastingen komen ten goede aan algemene middelen van de gemeente. Dit betekent dat de opbrengsten niet gelabeld zijn maar voor alle gemeentelijke taken en voorzieningen kunnen worden ingezet. De gemeenteraad bepaalt waarvoor. Onder de algemene belastingen vallen de onroerende-zaakbelastingen (OZB), de forensen- en toeristenbelasting, de parkeerbelasting en de precariobelasting. Ook de per 2019 ingevoerde reclamebelasting is in principe een algemene belasting. Toch wordt de reclamebelasting in Ommen beschouwd als een bestemmingsbelasting. De opbrengst komt niet ten goede aan de algemene middelen van de gemeente, maar aan het ondernemersfonds.
Bestemmingsbelastingen zijn belastingen waarvan de opbrengsten zijn bestemd voor specifieke taken of voorzieningen met een duidelijk algemeen belang. De rioolheffing en de afvalstoffenheffing zijn bestemmingsbelastingen waarvoor geldt dat de gemeente niet meer mag heffen dan de kosten die zij voor de betreffende taak of voorziening maakt.
Retributies worden geheven van personen aan wie de gemeente een specifieke dienst verleent die voor die persoon een individueel voordeel oplevert. De belangrijkste retributies zijn de leges: vergoedingen voor een bij de gemeente aangevraagde dienst als het aanvragen van een paspoort of een vergunning. Net als bij bestemmingsbelastingen mogen de retributies niet meer dan kostendekkend zijn. Hieronder vallen ook de marktgelden en begraafplaatsrechten.
De lokale heffingen vormen een belangrijk onderdeel van de inkomsten van gemeenten en zijn daarom een integraal onderdeel van het gemeentelijk beleid. De gemeente Ommen verwacht in 2021 20% van haar inkomsten uit lokale heffingen te halen. Een overzicht van de lokale heffingen en daarmee meer inzicht is daarom van belang voor de raad. Een aanduiding van de lokale lastendruk is van belang voor de integrale afweging tussen beleid en inkomsten. Een beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid maakt het beeld van de lokale lasten compleet. Al deze onderdelen zult u daarom tegenkomen in deze paragraaf lokale heffingen.
De geraamde inkomsten
In onderstaande tabel worden alle gemeentelijke belastingen vermeld die door de gemeente Ommen in 2021 worden geheven. De gemeente Ommen haalt 20% van haar inkomsten uit lokale heffingen.
Soort heffing (bedragen x € 1.000) | Begrote baten 2021 |
---|---|
Onroerende-zaakbelastingen (niet woningen) | 1.640 |
Onroerende-zaakbelastingen (woningen) | 2.301 |
Afvalstoffenheffing | 1.691 |
Rioolheffing | 1.839 |
Forensenbelasting | 744 |
Toeristenbelasting | 770 |
Marktgelden | 30 |
Precariobelasting | 33 |
Begraafplaatsrechten | 320 |
Leges | 862 |
Reclamebelasting | 73 |
Totaal | 10.303 |
Als percentage van de totale gemeentelijke inkomsten | 20,0% |
Beleid ten aanzien van lokale heffingen
Het gemeentelijk beleid is dat de tarieven van de retributies en bestemmingsbelastingen in principe kostendekkend moeten zijn. Met andere woorden: de opbrengsten dekken de gemaakte kosten. Het kaderstellend beleid voor de diverse heffingen is vastgelegd in de door de gemeenteraad vastgestelde gemeentelijke belastingverordeningen. Deze worden jaarlijks aan de gemeenteraad voorgelegd na het vaststellen van de begroting, zodat de tarieven in overeenstemming kunnen worden gebracht met de vastgestelde begroting.
Het beleid met betrekking tot de tarieven van alle heffingen en daarmee de opbrengsten van de verschillende heffingen, is dat deze worden verhoogd met de inflatiecorrectie. Deze is voor 2021 bepaald op 1,8%. Bij sommige tarieven zal hiervan worden afgeweken, omdat het bijvoorbeeld wettelijke tarieven betreffen, maar ook een door de raad gewenste meer of minder opbrengst kan leiden tot een aanpassing van het tarief. Met het Belastingplan 2019-2022 is vastgesteld dat de gemeentelijke belastingen uitsluitend worden verhoogd met het inflatiepercentage.
Kwaliteit uitvoering Wet WOZ en ontwikkelingen
De Waarderingskamer controleert of gemeenten de Wet Waardering Onroerende zaken (Wet WOZ) goed uitvoeren. Hiervoor vinden verschillende onderzoeken en inspecties plaats. Het algemene oordeel van de Waarderingskamer over de uitvoering van de Wet WOZ in Ommen staat op 'Goed'. De Waarderingskamer heeft aan het begin van het jaar ingestemd met het bekend maken van de WOZ-waarden eind februari 2020. Op basis van de onderzoeken en inspecties in 2020 wordt verwacht dat ook in 2021 deze toestemming wordt verkregen.
De gemeente Ommen is aangesloten op de Landelijke Voorziening WOZ (LV WOZ). Het is hierdoor mogelijk om via woz-waardeloket.nl de WOZ-waarde van een woning op te vragen, bijvoorbeeld om deze te vergelijken met andere woningen.
De Waarderingskamer heeft de gemeente laten weten dat na een overgangsperiode van vijf jaar vanaf 2022 alle WOZ-woningtaxaties gebaseerd moeten zijn op de gebruiksoppervlakte van de woning. De overgang naar de gebruiksoppervlakte is voor 80% gereed. Naar verwachting wordt dit rond het derde kwartaal van 2020 opgeleverd. Na de oplevering wordt gestart met de inrichtingen van de waarderingsmodellen.
Mijn Overheid
Mensen krijgen steeds meer berichten van de overheid in hun berichtenbox van MijnOverheid en kunnen ook steeds meer gegevens via MijnOverheid raadplegen. Dit digitale kanaal helpt veel papier te besparen, dienstverlening aan burgers begrijpelijker en sneller te maken en draagt ook bij aan efficiency van de overheid. Ook de aanslag gemeentelijke belastingen met daarop de nieuwe WOZ-waarde zal in 2021 net als in 2020 worden verzonden naar de berichtenbox van MijnOverheid. Alleen als mensen zich niet hebben aangemeld voor MijnOverheid wordt de aanslag nog per post toegezonden. Bedrijven kunnen geen gebruik maken van MijnOverheid en ontvangen de aanslag daarom ook per post. Naar verwachting zal in 2021 zo'n 40% van de aanslagen van de gemeente Ommen digitaal worden verzonden. Ook het raadplegen van WOZ-gegevens en taxatieverslagen van woningen kan via de pagina Persoonlijke Gegevens op MijnOverheid.
Ontwikkelingen
Vorig jaar is in deze paragraaf aangegeven dat er begin 2020 bouwstenen klaarliggen voor een beter belastingstelsel. Op 18 mei 2020 heeft de Staatssecretaris van Financiën het pakken 'Bouwstenen voor een beter belastingstelsel' aan de Tweede Kamer aangeboden. Het pakket bestaat uit 10 rapporten met 169 voorstellen over de volle breedte van het Nederlands belastingstelsel. Het is een voorbeeldpakket over een verruiming van het gemeentelijk belastinggebied door een belastingschuif van 4 miljard euro van het Rijk naar de gemeente. Het gemeentefonds neemt met hetzelfde bedrag af en inwoners worden gecompenseerd door bijvoorbeeld lagere inkomstenbelasting. Het rapport bevat meerdere varianten en ondersteunt de door de VNG uitgesproken wens om te komen tot een uitbreiding van het eigen belastinggebied. De VNG pleit al langere tijd voor een lokaal belastinggebied dat qua omvang beter past bij de steeds grotere hoeveelheid taken en verantwoordelijkheden van gemeenten. De volgende kabinetsformatie is hét moment om op te koersen om de wens in beleid om te zetten.
Overzicht op hoofdlijnen
Hierna wordt ingegaan op de verschillende algemene belastingen, bestemmingsheffingen en retributies die de gemeente heft.
Algemene belastingen
Onroerende-zaakbelastingen
Gelet op het Belastingplan 2019-2022 wordt, net als vorig jaar, voorgesteld om de tarieven voor de OZB uitsluitend te verhogen met het inflatiepercentage.
In de tariefstelling van de onroerende-zaakbelastingen moet rekening worden gehouden met de waardeontwikkeling van de WOZ-waarden. Voor onroerende zaken wordt gemiddeld een waardestijging verwacht voor 2021. De tarieven voor woningen en niet-woningen moeten met deze stijging worden gecorrigeerd om te voorkomen dat de waardestijging leidt tot een meeropbrengst. Op dit moment wordt nog gewerkt aan de herwaardering van alle onroerende zaken waardoor in deze paragraaf nog niet kan worden aangeven met welk percentage de tarieven moeten worden aangepast om de gewenste opbrengst te realiseren. Bij het vaststellen van de belastingverordeningen voor 2021 zal dit percentage bekend zijn.
In het Belastingplan 2019-2022 is voorgesteld om een OZB-compensatie in te voeren voor maatschappelijke objecten. Door het invoeren van deze tegemoetkoming is het mogelijk om eigenaren en gebruikers van maatschappelijke objecten tegemoet te komen. De OZB-compensatie wordt vanaf 2020 vermeld op het aanslagbiljet gemeentelijke belastingen.
Toeristenbelasting
Het tarief voor de toeristenbelasting is, conform het Belastingplan 2019-2022, met ingang van 1 januari 2020 op verzoek van de recreatieondernemers voor vier jaar vastgesteld op € 1,10 per persoon per overnachting.
In 2016 is de volgende afspraak gemaakt over het tarief: ‘Inflatiecorrectie wordt niet jaarlijks toegepast om ‘rare’ tarieven te voorkomen, maar afgerond op 5 cent. Ondernemers worden tijdig geïnformeerd over een tariefsaanpassing.’
Forensenbelasting
De opbrengst forensenbelasting wordt in 2021 conform het Belastingplan 2019-2022 vermeerderd met een inflatiecorrectie. Daarnaast wordt het tarief voor objecten op recreatieterreinen aangepast in de verordening forensenbelasting. De maatstaf van heffing wordt aangepast zodat er voor ieder object naar waarde geheven wordt. De laagste tariefklasse zal aangepast worden. Hier ontvangt u een separaat voorstel over.
Precariobelasting
Precariobelasting wordt in Ommen geheven over bijvoorbeeld terrassen die zich op gemeentegrond bevinden. Deze begrote opbrengst wordt voor 2021 uitsluitend vermeerderd met een inflatiecorrectie.
Reclamebelasting
Vanaf 2019 wordt er in het centrum van Ommen reclamebelasting geheven. De opbrengst van de reclamebelasting komt na aftrek van de perceptiekosten ten goede aan het ondernemersfonds. Bij een ondernemersfonds leveren alle ondernemers binnen een bepaald gebied een financiële bijdrage. Het geld wordt ingezet voor activiteiten, evenementen of projecten die bijdragen aan de vitaliteit van het gebied.
Bestemmingsbelastingen
Het uitgangspunt bij de afvalstoffen- en rioolheffing is 100% kostendekking. Om te voorkomen dat er jaarlijks grote schommelingen in het tarief nodig zijn om deze 100% kostendekking te kunnen realiseren, wordt om pieken in kosten op te vangen, gewerkt met voorzieningen (voor onderhoud) en egalisatiereserves. De stand van de egalisatiereserve van de afvalstoffenheffing bevindt zich op dit moment boven het afgesproken plafondbedrag. Conform het belastingplan wordt het surplus van de egalisatiereserve teruggegeven aan de burger. Dit wordt verspreid over een aantal jaren. Voor 2021 zal er sprake zijn van een verlaging van de tarieven voor afvalstoffen. In de tabellen hieronder ziet u de kostendekkingspercentages voor en na de bijdrage aan de reserve/voorziening. De overhead wordt in de tabellen niet apart benoemd, omdat dit is meegenomen in de kosten voor het taakveld.
Kostendekkendheid
Afvalstoffenheffing
Met de afvalstoffenheffing bekostigt de gemeente de inzameling van het huishoudelijk afval. De afvalstoffenheffing wordt evenals de wettelijke plicht huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen, geregeld in de Wet milieubeheer. De afvalstoffenheffing bestaat uit twee soorten tarieven. Het vastrecht en een variabel tarief. Of een huishouden ook daadwerkelijk afval aanbiedt, is voor de heffing van het vastrecht niet van belang. Voor het variabele tarief is dat wel van belang. Per aanbieding van de restafvalcontainer of aanbieding bij de verzamelcontainer moet een bedrag worden betaald. Na afloop van het belastingjaar wordt dit afgerekend op de gecombineerde aanslag gemeentelijke heffingen. Op dit aanslagbiljet staan bijvoorbeeld ook het vastrecht voor de afvalstoffenheffing, de rioolheffing en de ozb.
In 2016 is gestart met het omgekeerd inzamelen fase 2. Het GFT-afval en PMD-afval kan gratis worden aangeboden. Voor restafval moet per aanbieding worden betaald. Daarnaast moet in de bebouwde kom het restafval zelf worden weggebracht naar verzamelcontainers. Voor huishoudens die als gevolg van medische omstandigheden substantieel meer afvalstoffen aanbieden is er een tegemoetkomingsregeling.
Kostendekking afvalstoffenheffing | |
---|---|
Netto kosten taakveld | 1.434 |
Toe te rekenen kosten | |
Overhead | |
BTW | 261 |
Totale kosten | 1.695 |
Onttrekking reserve | -65 |
Totale kosten na bijdrage reserve | 1.630 |
Opbrengsten (incl. kwijtschelding) | 1.695 |
Dekking voor bijdrage reserve | 96% |
Dekking na bijdrage reserve | 100% |
Rioolheffing
De rioolheffing hangt samen met de wettelijke zorgplicht voor drie beleidsvelden op het gebied van water. Doel van de rioolheffing is om geld vrij te maken voor onder meer de afvoer van afvalwater, de afvoer van regenwater (ook wel hemelwater genoemd) en het beheer van het grondwaterpeil. Omdat het overgrote deel van de investeringen in deze zorgtaken gebruik maakt van het afvoerstelsel, spreekt men over de rioolheffing. In het GRP benoemt de gemeente welke voorzieningen op het gebied van riolering zij bezit, hoe deze voorzieningen functioneren, hoe het rioolstelsel beheerd wordt en hoe dit gefinancierd wordt.
Kostendekking rioolheffing | |
---|---|
Netto kosten taakveld | 1.464 |
Toe te rekenen kosten | |
Overhead | |
BTW | 285 |
Totale kosten | 1.749 |
Toevoeging reserve | 58 |
Totale kosten na bijdrage reserve | 1.807 |
Opbrengsten (incl. kwijtschelding) | 1.807 |
Dekking voor bijdrage reserve | 103% |
Dekking na bijdrage reserve | 100% |
Retributies
Bij de retributies wordt in sommige gevallen afgeweken van de wens om 100% kostendekkende tarieven te hanteren, omdat dit zou leiden tot onevenredig hoge tarieven. De overhead wordt in de tabellen niet apart benoemd, omdat dit is meegenomen in de kosten voor het taakveld.
Begraafplaatsrechten
De begraafplaatsrechten zijn retributies voor het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats. Naast een retributie voor de uitgifte en het onderhoud van graven en urnen, regelt de verordening ook de vergoeding voor het gebruik van gemeentelijke diensten in verband met de begraafplaats.
Kostendekking begraafplaatsrechten | |
---|---|
Kosten taakveld | 238 |
Inkomsten taakveld | |
Netto kosten taakveld | 238 |
Toe te rekenen kosten | |
Overhead | |
BTW | |
Totale kosten | 238 |
Bijdrage voorziening | |
Totale kosten na bijdrage voorziening | 238 |
Opbrengsten | 186 |
Dekking na bijdrage voorziening | 78% |
Marktgelden
Marktgeld is een retributie voor het innemen van een standplaats op de weekmarkt in Ommen.
Kostendekking Marktgelden | |
---|---|
Kosten taakveld | 20 |
Inkomsten taakveld | |
Netto kosten taak-5veld | 20 |
Toe te rekenen kosten | |
Overhead | |
Overige toe te rekenen kosten | |
BTW | |
Totale kosten | 20 |
Bijdrage voorziening | |
Totale kosten na bijdrage voorziening | 20 |
Opbrengsten | 20 |
Dekking na bijdrage voorziening | 100% |
Leges
Leges zijn retributies voor diensten die door de gemeente worden verleend. Veel van de retributies gaan over het aanvragen van vergunningen of documenten. Te denken valt aan omgevingsvergunningen, paspoorten of een uittreksel uit het bevolkingsregister. Maar ook activiteiten van het gemeentearchief kunnen in de legesverordening worden geregeld.
Hiervoor hebt u per heffing, waarbij sprake is van een maximale kostendekkingsnorm van 100%, kunnen zien wat de mate van kostendekkendheid is voor 2021. Voor de legesheffing geldt dat per hoofdstuk van de tarieventabel de mate van kostendekkendheid en eventuele kruissubsidies moeten worden vermeld in de paragraaf lokale heffingen. Van belang is dat de totale legesverordening de 100% kostendekkingsnorm niet overschrijdt.
Per titel van de legestarieventabel is het percentage kostendekkendheid berekend. Ook wordt inzichtelijk gemaakt wat de mate van kostendekkendheid is per hoofdstuk. Een aantal hoofdstukken hebben in financiële zin een zeer bescheiden omvang en zijn aangegeven met “-“. De totale verordening, maar ook de afzonderlijke titels overstijgen in geen geval de 100% kostendekkingsnorm. Binnen de hoofdstukken en daarmee ook titels is kruissubsidiëring toegestaan. Kruissubsidiëring is het bewust hanteren van lagere legestarieven voor de ene dienst en het hanteren van hogere legestarieven voor de andere dienst.
Een voorbeeld hiervan zijn de rijbewijzen. Voor rijbewijzen (titel 1, hoofdstuk 3) overstijgt de geraamde opbrengst net de geraamde toe te rekenen kosten. De gehanteerde tarieven voor de rijbewijzen betreffen de maximaal wettelijke tarieven. Het tarief hoeft niet te worden aangepast omdat de totale verordening de 100% kostendekkingsnorm niet overschrijdt.
De totale legesverordening voor 2021 is 74% kostendekkend. Op basis van dit berekende percentage wordt onderbouwd dat de gemeente Ommen geen ‘winst’ maakt op de diensten en producten die zij aanbiedt.
In Titel I van de tarieventabel zijn voor diverse belastbare feiten maximum wettelijke tarieven van toepassing, bijvoorbeeld voor de akten van de burgerlijke stand, paspoorten etc. Deze wettelijk maximumtarieven worden op een later moment aangepast, zodra deze gegevens definitief bekend worden gemaakt door het Rijk.
Binnen Titel II vallen de belastbare feiten ten behoeve van de fysieke leefomgeving / omgevingsvergunning. Voor dit onderdeel kan specifiek worden aangegeven dat de tarieven voor de kleine bouwactiviteiten minder kostendekkend zijn dan de tarieven voor een grote bouwactiviteit. Dit is een bewuste keuze en als zodanig niet afwijkend van de landelijke tendens en ook niet onredelijk.
De geraamde kosten per product uit de legestarieventabel zijn in beeld gebracht. Samen met de geraamde opbrengsten kan hiermee de mate van kostendekkendheid worden berekend.
Leges Ommen 2021 | ||||
Totale kosten | Opbrengsten | Percentage | ||
Totaal | Bedragen x € 1.000 | € 1.586 | € 1.172 | 74% |
Titel 1 | Algemene dienstverlening | € 361 | € 313 | 87% |
Hoofdstuk 1 | Burgerlijke stand | € 46 | € 46 | 101% |
Hoofdstuk 2 | Reisdocumenten | € 143 | € 117 | 82% |
Hoofdstuk 3 | Rijbewijzen | € 86 | € 91 | 105% |
Hoofdstuk 4 | Verstrekkingen uit de Gemeentelijke basisregistratie personen | € 3 | € 2 | 71% |
Hoofdstuk 5 | Verstrekkingen uit het Kiezersregister | € - | € - | - |
Hoofdstuk 7 | Bestuursstukken | € - | € - | - |
Hoofdstuk 8 | Vastgoedinformatie | € - | € - | - |
Hoofdstuk 9 | Overige publiekszaken | € 23 | € 16 | 69% |
Hoofdstuk 10 | Gemeentearchief | € 6 | € 9 | 138% |
Hoofdstuk 11 | Huisvestingswet | € - | € - | - |
Hoofdstuk 12 | Leegstandwet | € 1 | € 1 | 109% |
Hoofdstuk 16 | Kansspelen | € 1 | € 1 | 69% |
Hoofdstuk 17 | Telecommunicatie | € 31 | € 24 | 78% |
Hoofdstuk 18 | Verkeer en vervoer | € 19 | € 6 | 35% |
Hoofdstuk 19 | Diversen | € 2 | € 0 | 20%- |
Titel 2 | Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning | € 1.069 | € 846 | 79% |
Hoofdstuk 2 | Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag | € 34 | € 12 | 37% |
Hoofdstuk 3 | Omgevingsvergunning | € 988 | € 800 | 81% |
Hoofdstuk 7 | Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project | € 0,05 | € 0,15 | 329% |
Hoofdstuk 8 | Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten | € 46 | € 33 | 71% |
Hoofdstuk 10 | Gedoogbeschikking | € - | € - | - |
Hoofdstuk 11 | Verhogingen in verband met de Wet geluidhinder | € 1 | € 0,6 | 55% |
Hoofdstuk 11A | Verhoging in verband met toets ruimtelijk kwaliteitsplan/erfinrichtingsplan | € - | € - | - |
Hoofdstuk 12 | In deze titel niet benoemde beschikking | € - | € - | - |
Titel 3 | Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn | € 156 | € 13 | 8% |
Hoofdstuk 1 | Horeca | € 22 | € 5 | 21% |
Hoofdstuk 2 | Organiseren evenementen of markten | € 125 | € 2 | 2% |
Hoofdstuk 3 | Seksbedrijven | € - | € - | - |
Hoofdstuk 4 | Huisvestingswet 2014 | € - | € - | - |
Hoofdstuk 5 | Standplaatsen | € 3 | € 3 | 96% |
Hoofdstuk 6 | Kinderopvang | € 6 | € 3 | 49% |
Hoofdstuk 7 | In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking | € - | € - | - |
Lokale lastendruk
Onder de woonlasten verstaan we het gemiddelde bedrag dat een meerpersoonshuishouden in de gemeente betaalt aan OZB, riool- en afvalstoffenheffing. Over het belastingjaar 2020 is dat volgens het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) in de gemeente Ommen een bedrag van € 781. Het landelijke gemiddelde is een bedrag van € 776. In de Provincie Overijssel is het gemiddeld € 766. (Bron: Coelo, atlas van de lokale lasten 2020)
Overijsselse gemeenten | Woonlasten per huishouden |
---|---|
Steenwijkerland | 666 |
Zwolle | 682 |
Dalfsen | 694 |
Kampen | 697 |
Staphorst | 708 |
Raalte | 754 |
Hardenberg | 764 |
Zwartewaterland | 777 |
Twenterand | 780 |
Ommen | 781* |
Olst-Wijhe | 850 |
Hellendoorn | 905 |
*) COELO werkt met aannames omtrent de aangeboden hoeveelheid afval. Dit doen zij om de verschillende gemeenten goed met elkaar te kunnen vergelijken. In Ommen blijken de cijfers echter te verschillen met de gedane aannames door COELO. In 2020 betalen huishoudens aan vastrecht € 212. Daarbij komen de kosten per aanbieding van restafval. In Ommen ligt het aantal aanbiedingen bij de verzamelcontainer op gemiddeld 18 aanbiedingen. Dit resulteert in een totale gemiddelde aanslag afvalstoffenheffing van € 244,40 (212 + 32,40) in plaats van de € 261 die COELO rekent.
De gemiddelde woonlasten bedragen in 2020 in de gemeente Ommen voor een woning met een gemiddelde WOZ-waarde van € 267.970 (bron: COELO) en 18 aanbiedingen bij de verzamelcontainer:
Tarief 2020 | |
Onroerende-zaakbelastingen | € 313 |
Afvalstoffenheffing (vastrecht en variabel) | € 244 |
Rioolheffing | € 207 |
Totale gemiddelde aanslag 2020 | € 764 |
Op basis hiervan zou Ommen in 2020 in de landelijke volgorde op plaats 134/135 komen. Uiteraard kan het zo zijn dat bij de gemeenten die het diftarsysteem ook gebruiken, eveneens een correctie doorgevoerd zou moeten worden. Hier hebben wij echter geen zicht op.
Bovenstaande teksten en tabellen hebben betrekking op het belastingjaar 2020. Uiteraard zijn daarin nog niet verwerkt de mutaties bij afval en riolering die voortvloeien uit diverse ontwikkelingen voor 2021. Denk hierbij aan de actualisatie van de toerekeningen, lagere kosten en lagere btw, inzet van de egalisatiereserve en het treffen van duurzaamheidsmaatregelen. Het merendeel van deze ontwikkelingen heeft een gunstige invloed op de tarieven.
Kwijtscheldingsbeleid
Voor belastingplichtigen, die niet in staat zijn bepaalde gemeentelijke belastingen te betalen, is kwijtschelding mogelijk op grond van de Gemeentewet en de Invorderingswet. Kwijtschelding is uitsluitend mogelijk voor de onroerende-zaakbelastingen, de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. Of kwijtschelding wordt verleend hangt af van de betalingscapaciteit van belastingplichtigen. Bij de bepaling daarvan houden we rekening met 100% van de kosten van levensonderhoud zoals opgenomen in de landelijke richtlijnen voor het kwijtscheldingsbeleid. Sinds 1 januari 2018 is ook de kostendelersnorm uit de participatiewet van toepassing. Daarnaast wordt er op twee onderdelen een ruimhartiger kwijtscheldingsbeleid uitgevoerd. Dit wordt bereikt door bij de berekening van de betalingscapaciteit een hogere inkomensnorm voor personen met een pensioengerechtigde leeftijd of ouder te hanteren en de netto kosten van de kinderopvang als uitgave aan te merken. Dit betekent dat de kwetsbare groepen in Ommen in 2021 een beroep kunnen blijven doen op de mogelijkheden tot kwijtschelding van de OZB, de afvalstoffenheffing en rioolheffing.
Voor kwijtschelding van de rioolheffing is € 53.000, begroot, voor de kwijtschelding van afvalstoffenheffing € 65.000. In totaal is er € 118.000 begroot voor de kwijtschelding. Het aantal kwijtscheldingverzoeken stijgt de afgelopen jaren. Het aantal afwijzingen stijgt echter ook. Het geraamde aantal te verlenen kwijtscheldingsverzoeken bedraagt 267 verzoeken.